Leven toevoegen aan de dagen, niet dagen aan het leven (Cicely Saunders, arts)
Stel je eens voor. Je kunt bijna niks meer. Alles gaat moeizaam, elke dag weer en je hebt overal hulp bij nodig. Stel je voor, dat je terminaal ziek bent, bedlegerig maar wél de hele dag na kunt denken. Hoe deal je dan met jouw naderende einde? Je kunt je misschien indenken dat je dan geen dagen meer wilt toevoegen aan het leven. Maar dat je wel heel blij bent dat er mensen zijn die leven toevoegen aan jouw laatste dagen.
Ik prijs mij gelukkig dat ik vrijwilligster mag zijn in een hospice. Wanneer mijn dienst begint, gaat altijd een knop om. In de cocon waarin ik mij dan gevoelsmatig bevind, geldt maar één ding: er 'zijn' voor de cliënten. Door bijvoorbeeld het maken van een praatje of een gezellig ontbijt, te helpen bij toiletgang, nagels te knippen en te lakken of door ogenschijnlijk niks te doen. Dat is prachtig en heel dankbaar werk. Mensen het gevoel geven dat ze ertoe doen, tot het allerlaatst, ongeacht hoe ziek ze zijn.
Wat overigens in lang niet alle situaties zo is natuurlijk. Er zijn cliënten in allerlei 'soorten en maten'. Zo hoef je niet per definitie bedlegerig te zijn om toch op korte termijn te gaan overlijden. In alle gevallen proberen we in het hospice zoveel mogelijk tegemoet te komen aan ieders wensen.
Ik herinner mij een meneer die langzaam maar zeker achteruitging en veel behoefte had aan gezelschap. In het begin kon ik ook hem verwennen met het brengen van lekkere dingen, zachtjes aan werd dat minder. Tijdens een middagdienst vroeg ik wat hij voor de lunch wilde. Hij antwoordde: "jou". Nadat ik iedereen had voorzien van een boterham, vla, gekookt eitje of een soepje, ging ik zijn kamer binnen. Met een "hier ben ik" zette ik een kruk naast zijn bed en pakte zijn hand. Een dag toevoegen aan zijn leven, dat lag niet binnen mijn macht, een stukje leven aan die dag....dat is gelukt.
Getuige de glimlach op zijn gezicht en de zucht die bijna onhoorbaar ontsnapte.